Henk Vinkes
Zoals in het onderstaande verslag te lezen is was ik helaas ook bij deze wedstrijd niet aanwezig. Het teamleiderschap werd wederom waargenomen door Marcel Boel, die ook voor het wedstrijdverslag zorgde. Het is me wel duidelijk geworden dat een echte leider node gemist wordt, we zullen het zien bij de volgende wedstrijd. En oh ja... de notatie van het zesde bord is helaas niet ontcijferd.
Hierbij het verslag van Marcel Boel.
In de eerste wedstrijd van eFXO-Apeldoorn 2 van het nieuwe jaar, mochten de matadoren naar Hardenberg; een tegenstander waartegen de Apeldoorners sinds vroeg in de Middeleeuwen niet meer van hadden verloren. Gezien de stand in de competitie was een overwinning welkom, maar de goden hadden duidelijk andere plannen. Gewapend met twee invallers (en zonder onze topscorer) was het verschil in ratingpunten vrijwel nihil, maar dat zegt, leert de historie, nog niets.
Wat wel een niet te onderschatten nadeel ging betekenen, was het thuislaten van onze teamleider; iets wat ons de vorige ronde ook al opbrak. Of het nu een concert van de Golden Earring was, of het doodziek op bed liggen (wat is eigenlijk erger?!?), de redenen zijn ongetwijfeld legitiem, maar wat zijn afwezigheid met de spelers doet…
Het spelershonk van Hardenberg was , sinds die laatst verloren wedstrijd tegen dit team, vroeg in de Middeleeuwen, niet meer gerenoveerd, maar hier waren we sinds het vorige verslag al op voorbereid. Ook de opstelling van Hardenberg was sinds die tijd niet echt gewijzigd; een hecht team, door de jaren heen. De rit naar de pittoreske Overijsselsche Vechtstreek was niet zonder gevaar: er is uiteraard altijd de reguliere ruzie met de TomTom, een kleine pitstop voor een broodje E247 met saus en het genieten van het uitzicht, zo nu en dan onderbroken door doodvallende paarden, maar uiteindelijk was iedereen op tijd en er werd vol goede moed aan de wedstrijd begonnen.
Onze 5e bordspeler had (als enige, zoals later zou blijken) uiteraard geen last van de afwezigheid van de reguliere teamleider, want hij heeft zijn eigen Henk-effect. Met wit tegen Caroline Slingerland probeerde Henk Eleveld gebruik te maken van de verzwakte velden rond de zwarte koning en de open d-lijn. Een paar onnauwkeurigheden van zwart werden door Henk perfect gebruikt, en precies die zwaktes in de zwarte stelling kostten materiaal; niet alleen een dame tegen een toren en twee stukken, maar middels een fraai trucje nog een extra stuk. Er restte een eindspel waar Henk met zijn dame binnen acht zetten vijf pionnen kon veroveren, aangezien geen van de zwarte stukken samenwerkten. Opgave was eigenlijk 10 zetten te laat (0-1).
Of het de analyse van diezelfde partij was, in het speciaal daarvoor ingerichte bijzaaltje, waar het geluid door de afscheiding (TOTAAL NIET) wordt gedempt, of het gemis aan wedstrijdritme: Erik zat aan bord 3 tegen Richard Hendriks oceanen van tijd te verbruiken om een mooi plan te bedenken en de stelling niet te laten verzanden in iets saais. In een aangenomen Damegambiet weigerde hij met wit zijn pion op de gebruikelijke wijze terug te winnen en offerde er nog eentje; de overbekende knuppel. Richard, en ook de computer, waren absoluut niet overtuigd en binnen 18 zetten stond Erik een kwal en twee pionnen achter, koning in het midden en nog vijf minuten op de klok, zonder enige vorm van compensatie; een niet echt geslaagd openingsidee… Richard maakte geen (grote) fouten meer en vrij snel was onze voorsprong verdwenen (1-1).
Enkele minuten later was Freddie ook klaar aan bordje 2: hij is aan het experimenteren met de Lazy Sicilian na het lezen van een nieuw boekje. Lazy, omdat je er blijkbaar weinig theoretische kennis voor nodig hebt; terwijl Fred hier normaal gesproken geen problemen mee heeft… Bovendien was zijn kennis van deze variant niet op pijl. In het boek staat (ongeveer) Niet oplettende spelers die hier rokeren, krijgen het moeilijk na zetten als Ld6, Dd2, lange rokade en e5, zoals in de partij Timman – Basman. Ik zie geen enkele compensatie voor zwart… etc.. Fred rokeerde, kreeg alle genoemde zetten op het bord en zag zijn stelling na twaalf zetten huilend aan: precies zoals het boekje omschreef, merkte hij ‘s avonds laat op… Met hangen en wurgen en een beetje nalatigheid van wit, wist hij de schade binnen de perken te houden, totdat hij (in toch al niet eenvoudige stelling) een kleinigheidje overzag en meteen op kon geven. Lazy Sicilians are apparently not for the lazy… (1-2).
Zelf mocht ik met wit aan bord 1 tegen Peter Mijnheer, en die had er duidelijk zin in… Het Russisch was al een klein voorteken en het remise-aanbod op zet 15 een volgend. Aangezien je als waarnemend teamleider toch het goede voorbeeld dient te geven, ging ik vrolijk door en probeerde van een totaal gelijke stelling nog iets te maken. Alles wat ik probeerde, goed of slecht – meestal slecht, werd de grond ingeboord en wat overbleef was weer een gelijke stelling. Pionoffers werden niet aangenomen, pionverliezen werden niet aangenomen… mijn remise-aanbod op de 38e zet in mindere stelling gelukkig wel (1½-2½).
We moesten het blijkbaar duidelijk hebben van onze invallers! Cees had aan bord 7 na 16 zetten theorie (vermoedelijk onbewust) met wit een enorm voordeel opgebouwd tegen Freerk Rinder van der Meulen. Lekker rustig de koningstelling vastzetten, pionnetje op e6 planten, a-pionnetje winnen en alles lekker via de open a-lijn naar binnen laten stromen: de computer (en Cees zelf ook) is bijzonder content. Of het tijdnood was, of het ontbreken van die teamleider… binnen vier zetten werden twee pionnen en een volle dame ingeleverd. Onthutst gaf Cees direct op; zonde (1½-3½).
Reint was weer terug en mocht aan bord 4 met zwart Ludger Hollman van zich af houden. In een mislukte Hollands, iets wat Freddie hem niet zachtzinnig verduidelijkte na afloop (zie je wel: hij kent best veel theorie…) was het een beetje zoeken naar het juist neerzetten van de stukken. Na een massale afruil resteerde een toren/paard tegen toren/paard eindspel, met voor Reint een pionnetje minder. In een leerzaam staaltje van Duitse degelijkheid werd dit eindspel ternauwernood remise gehouden door zijn tegenstander. Weer eens lekker gekeept van Reint! (2-4).
Tegen Arie van Wageningen had Mark aan bord 8 met zwart een rustige opening prima opgezet. Eerst een bresje slaan middels een pionoffertje op de a-lijn, dan in het centrum de zaak openen en h-pionnetje terugwinnen, met een petit-combination. Alleen het plan om een dame tegen twee torens af te ruilen blijkt geen gelukkige. Niet alleen worden een aantal stukken van Mark teruggedrongen, ook wordt de goede loper helaas opgegeven voor dood paard (hey…!?) en blijven er een aantal pionnen derhalve ongedekt achter. Na de tijdnoodfase staat Mark weliswaar met zijn torens op de onderste rij, voor zwart meestal een goed teken, maar wit heeft wel ongeveer 36 pionnen meer en het merendeel staat al ergens rond de promotievelden. De heren weten het nog lang te rekken, maar een computerwaardering van +21,93 geef je niet zomaar weg… (2-5)
Nikolai (Kabbie) is als laatste bezig en heeft met zwart zijn gebruikelijk Pirc/Modern (of moderne Pirc, of zo) op bord 6 tegen Jan van der Veen. Onze teamleider heeft me niet geleerd het Bulgaars van onze zeer gewaardeerde collega-speler te ontcijferen, dus ik heb weinig van de partij kunnen naspelen. Als ik na allerlei plichtplegingen van het waarnemende teamleiderschap (bier drinken en analyseren) eens ga kijken aan bord 6, staat Kabbie een fijne kwaliteit voor, maar wel tegen 36 pionnen en het merendeel begint al drastisch naar de promotievelden te lonken (klinkt bekend…). Kabbie maakt er op zijn manier nog een hele partij van en weet allerlei vervelende dreiginkjes uit het niets in de stelling te weven. Jan van der Veen zit te zweten en te peinzen na iedere totaal onverwachte zet van onze tovenaar uit Sofia, maar de pionnen zijn uiteindelijk teveel (2-6).
Volledig teleurgesteld leg ik mijn plaatsvervangend teamleiderschap hierbij neer, in ieder geval voor deze wedstrijd. Ik neem aan dat we een volgende wedstrijd weer kunnen bogen op onze vaste teamleider, want we zullen nog wat puntjes moeten scoren en zonder Henk-effect blijkt dit niet eenvoudig. Ik wens onze Henk beterschap en vooral veel succes in het ontcijferen van de partij van bord 6.
Hierbij het verslag van Marcel Boel.
In de eerste wedstrijd van eFXO-Apeldoorn 2 van het nieuwe jaar, mochten de matadoren naar Hardenberg; een tegenstander waartegen de Apeldoorners sinds vroeg in de Middeleeuwen niet meer van hadden verloren. Gezien de stand in de competitie was een overwinning welkom, maar de goden hadden duidelijk andere plannen. Gewapend met twee invallers (en zonder onze topscorer) was het verschil in ratingpunten vrijwel nihil, maar dat zegt, leert de historie, nog niets.
Wat wel een niet te onderschatten nadeel ging betekenen, was het thuislaten van onze teamleider; iets wat ons de vorige ronde ook al opbrak. Of het nu een concert van de Golden Earring was, of het doodziek op bed liggen (wat is eigenlijk erger?!?), de redenen zijn ongetwijfeld legitiem, maar wat zijn afwezigheid met de spelers doet…
Het spelershonk van Hardenberg was , sinds die laatst verloren wedstrijd tegen dit team, vroeg in de Middeleeuwen, niet meer gerenoveerd, maar hier waren we sinds het vorige verslag al op voorbereid. Ook de opstelling van Hardenberg was sinds die tijd niet echt gewijzigd; een hecht team, door de jaren heen. De rit naar de pittoreske Overijsselsche Vechtstreek was niet zonder gevaar: er is uiteraard altijd de reguliere ruzie met de TomTom, een kleine pitstop voor een broodje E247 met saus en het genieten van het uitzicht, zo nu en dan onderbroken door doodvallende paarden, maar uiteindelijk was iedereen op tijd en er werd vol goede moed aan de wedstrijd begonnen.
Onze 5e bordspeler had (als enige, zoals later zou blijken) uiteraard geen last van de afwezigheid van de reguliere teamleider, want hij heeft zijn eigen Henk-effect. Met wit tegen Caroline Slingerland probeerde Henk Eleveld gebruik te maken van de verzwakte velden rond de zwarte koning en de open d-lijn. Een paar onnauwkeurigheden van zwart werden door Henk perfect gebruikt, en precies die zwaktes in de zwarte stelling kostten materiaal; niet alleen een dame tegen een toren en twee stukken, maar middels een fraai trucje nog een extra stuk. Er restte een eindspel waar Henk met zijn dame binnen acht zetten vijf pionnen kon veroveren, aangezien geen van de zwarte stukken samenwerkten. Opgave was eigenlijk 10 zetten te laat (0-1).
Of het de analyse van diezelfde partij was, in het speciaal daarvoor ingerichte bijzaaltje, waar het geluid door de afscheiding (TOTAAL NIET) wordt gedempt, of het gemis aan wedstrijdritme: Erik zat aan bord 3 tegen Richard Hendriks oceanen van tijd te verbruiken om een mooi plan te bedenken en de stelling niet te laten verzanden in iets saais. In een aangenomen Damegambiet weigerde hij met wit zijn pion op de gebruikelijke wijze terug te winnen en offerde er nog eentje; de overbekende knuppel. Richard, en ook de computer, waren absoluut niet overtuigd en binnen 18 zetten stond Erik een kwal en twee pionnen achter, koning in het midden en nog vijf minuten op de klok, zonder enige vorm van compensatie; een niet echt geslaagd openingsidee… Richard maakte geen (grote) fouten meer en vrij snel was onze voorsprong verdwenen (1-1).
Enkele minuten later was Freddie ook klaar aan bordje 2: hij is aan het experimenteren met de Lazy Sicilian na het lezen van een nieuw boekje. Lazy, omdat je er blijkbaar weinig theoretische kennis voor nodig hebt; terwijl Fred hier normaal gesproken geen problemen mee heeft… Bovendien was zijn kennis van deze variant niet op pijl. In het boek staat (ongeveer) Niet oplettende spelers die hier rokeren, krijgen het moeilijk na zetten als Ld6, Dd2, lange rokade en e5, zoals in de partij Timman – Basman. Ik zie geen enkele compensatie voor zwart… etc.. Fred rokeerde, kreeg alle genoemde zetten op het bord en zag zijn stelling na twaalf zetten huilend aan: precies zoals het boekje omschreef, merkte hij ‘s avonds laat op… Met hangen en wurgen en een beetje nalatigheid van wit, wist hij de schade binnen de perken te houden, totdat hij (in toch al niet eenvoudige stelling) een kleinigheidje overzag en meteen op kon geven. Lazy Sicilians are apparently not for the lazy… (1-2).
Zelf mocht ik met wit aan bord 1 tegen Peter Mijnheer, en die had er duidelijk zin in… Het Russisch was al een klein voorteken en het remise-aanbod op zet 15 een volgend. Aangezien je als waarnemend teamleider toch het goede voorbeeld dient te geven, ging ik vrolijk door en probeerde van een totaal gelijke stelling nog iets te maken. Alles wat ik probeerde, goed of slecht – meestal slecht, werd de grond ingeboord en wat overbleef was weer een gelijke stelling. Pionoffers werden niet aangenomen, pionverliezen werden niet aangenomen… mijn remise-aanbod op de 38e zet in mindere stelling gelukkig wel (1½-2½).
We moesten het blijkbaar duidelijk hebben van onze invallers! Cees had aan bord 7 na 16 zetten theorie (vermoedelijk onbewust) met wit een enorm voordeel opgebouwd tegen Freerk Rinder van der Meulen. Lekker rustig de koningstelling vastzetten, pionnetje op e6 planten, a-pionnetje winnen en alles lekker via de open a-lijn naar binnen laten stromen: de computer (en Cees zelf ook) is bijzonder content. Of het tijdnood was, of het ontbreken van die teamleider… binnen vier zetten werden twee pionnen en een volle dame ingeleverd. Onthutst gaf Cees direct op; zonde (1½-3½).
Reint was weer terug en mocht aan bord 4 met zwart Ludger Hollman van zich af houden. In een mislukte Hollands, iets wat Freddie hem niet zachtzinnig verduidelijkte na afloop (zie je wel: hij kent best veel theorie…) was het een beetje zoeken naar het juist neerzetten van de stukken. Na een massale afruil resteerde een toren/paard tegen toren/paard eindspel, met voor Reint een pionnetje minder. In een leerzaam staaltje van Duitse degelijkheid werd dit eindspel ternauwernood remise gehouden door zijn tegenstander. Weer eens lekker gekeept van Reint! (2-4).
Tegen Arie van Wageningen had Mark aan bord 8 met zwart een rustige opening prima opgezet. Eerst een bresje slaan middels een pionoffertje op de a-lijn, dan in het centrum de zaak openen en h-pionnetje terugwinnen, met een petit-combination. Alleen het plan om een dame tegen twee torens af te ruilen blijkt geen gelukkige. Niet alleen worden een aantal stukken van Mark teruggedrongen, ook wordt de goede loper helaas opgegeven voor dood paard (hey…!?) en blijven er een aantal pionnen derhalve ongedekt achter. Na de tijdnoodfase staat Mark weliswaar met zijn torens op de onderste rij, voor zwart meestal een goed teken, maar wit heeft wel ongeveer 36 pionnen meer en het merendeel staat al ergens rond de promotievelden. De heren weten het nog lang te rekken, maar een computerwaardering van +21,93 geef je niet zomaar weg… (2-5)
Nikolai (Kabbie) is als laatste bezig en heeft met zwart zijn gebruikelijk Pirc/Modern (of moderne Pirc, of zo) op bord 6 tegen Jan van der Veen. Onze teamleider heeft me niet geleerd het Bulgaars van onze zeer gewaardeerde collega-speler te ontcijferen, dus ik heb weinig van de partij kunnen naspelen. Als ik na allerlei plichtplegingen van het waarnemende teamleiderschap (bier drinken en analyseren) eens ga kijken aan bord 6, staat Kabbie een fijne kwaliteit voor, maar wel tegen 36 pionnen en het merendeel begint al drastisch naar de promotievelden te lonken (klinkt bekend…). Kabbie maakt er op zijn manier nog een hele partij van en weet allerlei vervelende dreiginkjes uit het niets in de stelling te weven. Jan van der Veen zit te zweten en te peinzen na iedere totaal onverwachte zet van onze tovenaar uit Sofia, maar de pionnen zijn uiteindelijk teveel (2-6).
Volledig teleurgesteld leg ik mijn plaatsvervangend teamleiderschap hierbij neer, in ieder geval voor deze wedstrijd. Ik neem aan dat we een volgende wedstrijd weer kunnen bogen op onze vaste teamleider, want we zullen nog wat puntjes moeten scoren en zonder Henk-effect blijkt dit niet eenvoudig. Ik wens onze Henk beterschap en vooral veel succes in het ontcijferen van de partij van bord 6.
Partijen in pgn |
Partijen openen in nieuw venster of tabblad
Geen opmerkingen:
Een reactie posten